Foto DIA
Foto DIA

"Konstanz is mijn thuis geworden"

Ervaringsbericht van Katrijn Siderius die haar master volgt aan de Universiteit Konstanz.

Zaterdagavond, ik sta tussen de studenten op een verjaardagsfeestje in een Wohngemeinschaft, een studentenhuis. Er klinkt het geluid van een lepeltje tegen een glas. Het gezellige geroezemoes houdt op. De beste vriend van de jarige schraapt zijn keel en begint met een speech. Terwijl de ene na de andere gênante anekdote aan bod komt, kijk ik om me heen. Ik zie mijn vrienden lachen om de grappen. Ik zie het enorme aanbod aan eten, onmisbaar op een Duitse verjaardag. En ik zie mezelf, die daar op een of andere manier prima tussen past. En ik besef dat ik binnen vijf maanden enorm van Konstanz ben gaan houden; het is mijn thuis geworden.

Sinds september 2016 verblijf ik in Konstanz, in het zuiden van Duitsland. Ik volg hier de master Politiek en Bestuurswetenschappen aan de universiteit, met de specialisatie Vergelijkende politiek en beleidsanalyse. In dit verslag bericht ik over mijn studie, de praktische en financiële zaken en over de drie belangrijkste lessen die ik hier in Duitsland heb geleerd.

Studie in Duitsland

Het was echt even wennen, het Duitse onderwijssysteem. In Nederland was ik gewend aan interactieve colleges, aan een geringe afstand tussen docent en student en aan docenten die elk moment van de week beschikbaar waren. Aan de Universiteit Konstanz gaat dat net even anders. Natuurlijk verschilt dit per vak, maar hier is de professor in de meeste gevallen nog echt de ‘professor’ met één uur spreektijd per week. Het is duidelijk dat hij er is om jou iets te leren, en niet andersom. De colleges zijn daarnaast weinig interactief. De ene keer dat we gingen debatteren kon ik bijna niet op mijn stoel blijven zitten van enthousiasme, maar mijn medestudenten vonden het maar niks, en wilden liever gewoon de literatuur bespreken.

Toen ik hier echter eenmaal aan gewend was, kon ik mijn weg prima vinden en genieten van de hoge kwaliteit van onderwijs en kennis van de professoren. Niet alleen wat inhoud, maar ook wat het Engels betreft, veel van mijn docenten in Nederland zouden hier nog een puntje aan kunnen zuigen.

Een ander positief punt was de keuzevrijheid. In Nederland was ik gewend dat mijn vakken bijna allemaal vastlagen. Hier in Konstanz kon ik drie van de vier vakken kiezen. Hierdoor heb ik me kunnen verdiepen in onderwerpen die ik zelf erg interessant vind en heb ik me kunnen specialiseren in Europese politieke economie.

Het uitzicht vanuit de Menza op de Universiteit
Het uitzicht vanuit de Menza op de Universiteit

De praktische zaken

Wie in Duitsland wil studeren en leven, zal aan enorm veel bureaucratie moeten wennen. “Von der Wiege bis zur Bare, Formulare!” (Van de wieg tot de kist, formulieren!). In de eerste week dat ik hier was heb ik meer formulieren ingevuld dan in mijn hele leven in Nederland. Dit komt deels omdat Duitsers vaak weinig hebben gedigitaliseerd, maar ook omdat privacy hier hoog in het vaandel staat. Instanties delen bijna geen data, waardoor je het zelf steeds moet aanleveren. Gelukkig heeft de universiteit me hierbij goed geholpen; ik kreeg bij alles uitleg, zelfs bij procedures die niets met de universiteit te maken hebben, zoals inschrijven bij de gemeente.  

Wat betreft de geldzaken: Duitsland is qua studie vrij goedkoop: het semestergeld bedraagt 150 euro. Via de studentenhuisvesting krijgt iedere internationale student een kamer, voor ongeveer 300 euro. Daarnaast heeft de universiteit een enorm goede bibliotheek, en van de meeste boeken die docenten voor vakken voorschrijven zijn meerdere exemplaren beschikbaar. Zo heb ik geen boeken hoeven kopen, wat mij in vergelijking met mijn bachelor in Nederland veel geld scheelde.

Drie Duitse lessen

Als laatste wil ik graag drie lessen die ik over Duitsland en haar inwoners geleerd heb delen:

  • Duitsers vinden het fantastisch als je hun taal leert. Waar we in Nederland meteen in het Engels overschakelen als we iemand horen stuntelen met Nederlands, nemen de Duitsers uitgebreid de tijd om je aan te horen, complimenteren je uitgebreid met je Duitse pogingen en ontkennen dat ze ook maar één fout horen (terwijl je zelf weet dat je alleen al qua naamvallen fout zit). Ik heb een maand een taalcursus Duits gedaan en dat heeft me zeer geholpen om te integreren. Ook al waren mijn medestudenten enorm aardig en kunnen en willen ze prima Engels praten, de echte Duitse grappen krijg je alleen mee als je de nuances van de taal kent.
  • Misschien een open deur, maar: Duitsers zijn geen Nederlanders. We lijken zo veel op elkaar dat ik soms vergat dat er toch ook nog echt grote verschillen zijn. Het belangrijkste verschil is misschien wel de directheid van Nederlanders versus de hoffelijkheid en terughoudendheid van Duitsers, zeker in formele situaties. Ik moest er enorm aan wennen dat ik niet meer gewoon kon zeggen wat ik dacht, maar dat ik het moest inpakken in beleefdheden. Eén moment herinner ik me nog heel goed. Samen met andere Nederlanders had ik Sinterklaas en lootjestrekken geïntroduceerd. Ik had een gedicht geschreven voor een Duitse vriend, waar ik hem, naar goede Nederlandse traditie, een beetje in plaagde. Dit kon hij in eerste instantie niet waarderen, en we moesten hem uitleggen dat het goed bedoeld was! Een ander groot verschil is dat de wereld veel kleiner lijkt in Duitsland. Waar ik het in Nederland al ver vind om naar Maastricht te gaan vanuit Utrecht, vonden medestudenten het geen probleem om even een weekendje naar Berlijn te gaan (10 uur met de trein). Duitsers zijn gewend aan veel grotere afstanden en ik inmiddels ook. Al met al heb ik veel geleerd van de culturele verschillen en ben ik nu minder snel verrast als iets anders gaat dan ik gewend ben vanuit het Nederlandse perspectief.
  • Duitsland kent weinig studentenverenigingen. In plaats daarvan vindt het studentenleven veel meer plaats op en rond de universiteit. De Universiteit Konstanz is een campusuniversiteit. Het is niet alleen maar een plaats om te studeren, maar ook om te sporten, lezingen te bezoeken, muziek te spelen en feestjes te vieren. Er zijn enorm veel verschillende groepen die van alles organiseren. Het is erg vrijblijvend; de ene week volgde ik een discussie over genderrollen in de samenleving, de volgende week at ik wafels bij een pop-up cafeetje voor het goede doel en de week daarna zong ik mee tijdens een openbare repetitie van het koor. De universiteit voelt als één grote leefgemeenschap en ik wil iedereen dan ook aanbevelen om hier zo veel mogelijk gebruik van te maken!

top